Skip to content

Damiaan Denys, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, stelde afgelopen maand in Trouw dat psychische problemen medische ziekten zijn. In een reactie schreef ik dat en waarom ik dit een onjuiste en bovendien schadelijke claim vind. Een student van mijn eigen universiteit, Alex Steenbreker, ging in een volgend opiniestuk in tegen mijn standpunten. Daar mogen we als universiteit zeer trots op zijn. Kennelijk lukt het ons bij de RuG een klimaat te scheppen waarin (publiekelijke) discussie goed mogelijk is, ook tussen studenten en docenten.

Inhoudelijk was ik het deels met Alex eens, alleen mijn conclusies vallen wat anders uit. Uiteraard speelt fysiologie, ook al weten we niet precies hoe, altijd een rol bij individueel gedrag en subjectieve beleving. Dat geldt ook voor optimisme, ambitie, en allerlei andere eigenschappen die we geen stoornis noemen. Fysiologie bepaalt niet of een kenmerk een stoornis is. Dat doen mensen, of meer specifiek: een groep overwegend Amerikaanse psychiaters die om de zoveel tijd een nieuwe editie van het psychiatrisch handboek, de DSM, samenstellen. Daarbij verdwijnen er soms stoornissen uit het boek (bijv. homofilie, PDD-NOS), en komen er andere weer bij.

Het is daarom een beetje gek om psychische problemen medische ziekten noemen. Temeer daar op fysiologisch niveau in de meeste gevallen niets aantoonbaar is. Er zijn hooguit zwakke associaties op groepsniveau gevonden met bijvoorbeeld bepaalde hersenkenmerken, maar de klinische relevantie van deze resultaten is nihil. Tegenwoordig is het wetenschappelijk onderzoek afgezakt naar de darmen, maar de kans dat daar wel eenduidige oorzaken voor mentale problemen uit gaan komen is vrij klein. Juist omdat naast nature inderdaad ook nurture veel impact heeft, en beide invloeden met elkaar interacteren.

Ik ben het ook eens met Alex Steenbreker dat de medische en sociaal-maatschappelijke invalshoeken beide nodig zijn en naast elkaar kunnen bestaan. Mijn punt is alleen dat die medische invalshoek de afgelopen decennia zeer veel aandacht heeft gehad, maar helaas bar weinig opleverder. Door de dominantie van het medisch model dat oorzaken en oplossingen ín het individu zoekt, en door het framen van steeds meer menselijke moeilijkheden als psychiatrische ziekten, zijn de sociaal-maatschappelijke invloeden op psychisch leed ondergesneeuwd geraakt.

Als we bijvoorbeeld kijken naar de voorlichting over ADHD op de website van de Vereniging voor Psychiatrie, dan staat er bij oorzaken alleen dat het om een erfelijke aandoening gaat en dat er iets mis is met de hersenen van kinderen met ADHD. Op beide valt veel af te dingen, maar die kritische noten worden niet genoemd. Er staat ook niets over het sterke verband tussen armoede en ADHD of bijvoorbeeld over de imposante reeks studies waaruit blijkt dat kinderen die relatief jong zijn in de klas, een sterk verhoogde kans hebben op een diagnose en behandeling voor ADHD. Dit geldt niet alleen voor informatie op websites, mijn onderzoeksgroep heeft laten zien dat ook educatieve kinderboeken en academische studieboeken eenzijdig de biomedische visie belichten.

Steenbreker stelling “Het moeten voldoen aan normen en eisen is inherent aan samenleven” komt op mij wat hard over. Is er voor de groeiende groep mensen die het niet lukt om in de steeds nauwere normen te passen en aan de steeds hogere eisen te voldoen dan geen plek in onze samenleving? Het wel of niet passen in de norm is vaak geen kwestie van keuze en inzet maar van dom geluk of stomme pech. Ik ben er niet voor om degenen met een kwetsbare aanleg, een minder gelukkige afkomst en/of moeilijke levensomstandigheden al te snel psychiatrisch ziek te noemen en wijs te maken dat hun fysiologie het hoofdprobleem is. Juist daarom ben ik blij met de nadruk in het nieuwe hoofdlijnenakkoord GGZ op het sociale aspect van psychische klachten. Ik heb de hoop dat aandacht voor de impact van factoren als armoede, sociale ongelijkheid, werkeloosheid, slechte behuizing, en sociale uitsluiting op psychisch leed, meer op zal leveren dan het dominante biomedische model de afgelopen decennia gedaan heeft.

Back To Top