Skip to content

“Geen schadelijke langetermijneffecten ADHD-medicatie op het brein” luidt de kop van het persbericht dat het Universitair Medisch Centrum Groningen deze week deed uitgaan naar aanleiding van het promotieonderzoek van Lizanne Schweren. De media kopieerden en verspreidden deze boodschap veelvuldig. Het UMCG heeft daarmee de ouders en leerkrachten van de pakweg 85.000 kinderen in ons land die ADHD-medicatie gebruiken gerustgesteld: uw kind kan rustig doorslikken. Maar die conclusie is om twee redenen fors misleidend.

Medicatie niet effectief op de lange termijn

Ten eerste is het zorgelijk dat het UMCG voor juist deze titel van het persbericht koos. Op basis van de resultaten van Schweren had er eigenlijk boven het persbericht moeten staan “Kinderen worden niet beter van langdurig ADHD-medicatiegebruik”. Schweren vond namelijk geen positieve lange termijn effecten van medicatie op het functioneren van de kinderen – niet in gedrag, niet in sociale zin, en niet op cognitieve prestaties. Wel bleek, net als uit een eerder grootschalig Amerikaans onderzoek, dat het ADHD-gedrag bij de meeste kinderen vanzelf afneemt met het ouder worden, ongeacht of ze medicatie gebruikt hebben.

Overmoed

Ten tweede is de kop naast eenzijdig ook overmoedig. Men trekt verstrekkende conclusies op basis van retrospectief onderzoek naar medicatiegebruik in een groep deelnemers van wie de leeftijd varieerde van 8 tot 28 en de gemiddelde leeftijd 17 was. De hersenen ontwikkelen zich tot ongeveer het 23e levensjaar en bij de meeste kinderen kunnen we dus nog niet zien of er sprake is van lange termijn schade. Bovendien ontbreekt een voormeting, zodat onbekend is of er voorafgaand aan de metingen verschillen in de hersenen waren tussen de kinderen die wel versus geen medicatie gebruikten. En kunnen we echt aannemen dat alle mogelijke hersenschade op een MRI scan te zien is? Die meet bijvoorbeeld niet de kwaliteit van het brein of de hersenvloeistof. Schweren keek met name naar de structuur van het brein, niet naar de activiteit. Mede in het licht van andere studieresultaten, lijkt het erg voorbarig en onverstandig om stellig te beweren dat ADHD-medicatie het brein niet schaadt.

Baat het niet, dan schaadt het wel

Stel toekomstig onderzoek toont onomstotelijk aan dat ADHD-medicatie op de lange termijn inderdaad onschadelijk is voor de hersenen. Dan blijft nog het schadelijk effect ervan op het kind zelf. Dat is immers meer dan zijn brein. Met gedragsveranderende medicatie is de boodschap: ‘je bent niet goed zoals je bent’. Waar mogelijk moeten we kinderen deze vernietigende boodschap besparen, net als de vervelende bijwerkingen die ADHD-medicatie kan hebben: hoofdpijn, misselijkheid, slapeloosheid. En wat leren we van het medicamenteus onderdrukken van gedrag waar we moeite mee hebben? Pills don’t teach skills. Als we kinderen massaal met behulp van pillen aan onze intolerante maatschappij aan gaan passen, dan hoeven we niet meer te sleutelen aan die maatschappij. Terwijl er nog zoveel winst te behalen valt met bijvoorbeeld het investeren in onderwijs en in leerkrachten, en het bestrijden van armoede, één van de grootste voorspellers van gedragsproblemen en allerlei andere moeilijkheden.

Medicatie of maatschappij?

Bij Druk&Dwars blijven we ons inzetten voor het versterken van de omgeving van kinderen. Niet alleen door opvoedproblemen te normaliseren en ouders en leerkrachten handvatten te bieden, maar ook door te pleiten voor overheidsmaatregelen die kunnen bijdragen aan een kindvriendelijkere maatschappij waarin ruimte is voor diversiteit. Kinderen zouden waar mogelijk op moeten groeien met de wetenschap dat ze goed zijn zoals ze zijn. De misleidende titel boven het persbericht van het UMCG schaadt dat ideaal

Back To Top